Preek viering 9 oktober 2022

Preek in de viering op 9 oktober 2022 10:30 uur in Diemen 28e zo dhjC – 2 Kon 5, Lc 17,11-19 Peebee koor – gezinsviering met als thema: ‘Waarvoor bij jij dankbaar?’ In Parijs woonde ooit de schrijver Francois de la Rochefoucauld. Hij leefde van 1613 tot 1680. Hij zou een keer de volgende zin opgeschreven hebben: ‘Alvorens iets sterk te begeren, moet men zich afvragen wat het geluk is van degeen die het bezit.’ Of eenvoudiger gezegd: ‘Als je iets heel graag wil hebben dan is het goed om eerst na te denken hoelang je er écht blij mee zal blijven als je het hebt.’ Ja natuurlijk: allemaal willen we wel eens wat. Een nieuwe smart-phone. Een andere auto. Tóch wéér een vliegvakantie naar een zonnig land ver weg. Dure schoenen van een bepaald merk. De meeste mensen in Nederland kunnen deze dingen kopen; of doen. Dat is heel fijn! Iets om dankbaar voor te zijn. Maar: zijn we er écht dankbaar voor? Of vinden we het eigenlijk maar heel gewoon? Als er iets te vieren is, een verjaardag, een jubileum, krijgen we vaak cadeaus. Maar: hoe dankbaar zijn we daarvoor? Hoelang blijft de blijdschap van het feestje nog hangen? Het grappige is dat er hier in de kerk élke week een feestje is. Elke week hebben we iets te vieren. Elke week krijgt iedereen een groot cadeau. Ik zie nu veel mensen denken: ‘Hoezo? Krijg ik hier een cadeau? Iets waar ik blij mee zou moeten zijn? Iets om dankbaar voor te zijn?’ En: dat snap ik ook wel. Want we komen hier eigenlijk vooral omdat dat voor ons heel gewoon is. Niets bijzonders eigenlijk. Ja we luisteren naar de Bijbel verhalen. En die preek, nou ja, die is ook mooi meegenomen. De feestvreugde is misschien nog wel het grootst onder de koffie achteraf: weer gezellig bij praten met elkaar. Protestantse mensen gaan naar de kerk voor een Díenst: om God te dienen. Katholieken hebben elke zondag iets te vieren. Vaak: een Eucharistie viering. Ons woord ‘Eucharistie’ is afkomstig uit het grieks. Grieken zeggen ‘evcharistó’ als ze ‘bedankt’ of ‘dankjewel’ bedoelen. In het Eucharistisch gebed zegt de priester op een bepaalde manier ‘dankjewel’ tegen God. Onze viering in de kerk lijkt wel wat op een gewoon feestje thuis, bijvoorbeeld: een verjaardag. Als iemand jarig is gaan we naar zijn of haar huis. Daar aangekomen bellen we aan: betreffende doet open en heet ons welkom. Het feestje kan voor ons beginnen. Zo begint een viering in de kerk ook: een tik op de bel, dan een lied om in de stemming te komen, en de voorganger heet iedereen welkom op het feest. Op een goed feest is er muziek, wordt er gezongen. Zo gaat het ook in de kerk. Als het gezellig wordt op een feest dan vertellen we elkaar verhalen. Het liefst stérke verhalen, verhalen waar iedereen zich over verbaasd. Verhalen die je bij blijven. Daarnet hebben we twee sterke verhalen gehoord uit de Bijbel. In het eerste verhaal wordt een zieke legercommandant onverwacht genezen. In het Evangelie nóg eens tien mensen met de zelfde huidziekte. Elf zieke mensen. Ze waren hun gezondheid kwijt, en mochten niet meer mee doen als de anderen feest vierden in de Tempel. Nu krijgen ze een groot cadeau. Ze krijgen hun gezondheid terug, en ze tellen weer mee! Natuurlijk zijn ze daar blij mee. Máár: van die laatste tien vinden négen het kennelijk maar heel gewoon dat ze dit grote cadeau hebben gekregen. Er is maar één die wérkelijk dankbaar is. Hij komt terug om ‘evcharistó’ te zeggen tegen Jezus. Hij zegt ‘dankjewel’ tegen God. Op elk feest is er eten en drinken. In de viering van de Eucharistie is dat: een klein stukje brood, wat wijn in een beker. Moeten we dáár dan zo dankbaar voor zijn? Ik wil níet zeggen dat we hier allemaal zíek zijn. Maar aan ieder van ons valt vast nog wel iets te verbeteren. We kunnen allemaal wel érgens van genezen worden. Van teveel in de auto zitten, te weinig op de fiets. Van teveel op onze telefoon kijken, te weinig écht naar elkaar. Van teveel willen beleven, te weinig dankbaarheid voor het kleine gewone in ons leven. Elke keer als we dat doodgewone – en toch zo óngewone – stukje brood krijgen, dan krijgen we iets van Jezus. Hij komt dan heel dicht bij ons met ál Zijn goedheid; om ons weer een stukje verder te genezen. Niet zomaar een cadeau, maar één om echt dankbaar voor te zijn. Daarom zegt de priester namens iedereen ‘evcharistó’ – ‘dankjewel’ – tegen God. Als het feest afgelopen is dan zwaait de gastheer of -vrouw iedereen uit bij de deur. Vaak geven we elkaar dan nog even een knuffel. En: als ze een beetje geluk hebben krijgen de gasten ook nog een ‘goodiebag’ mee: een tasje met allerlei lekkere of leuke dingen. Bijvoorbeeld als er eten en drinken over gebleven is. Zo gaat het ook in de kerk. Aan het einde van de viering zwaait de voorganger. Hij gaat doet zijn armen heel wijd hoog boven de mensen in de kerk. Als een soort knuffel op afstand. En hij geeft een ‘goodiebag’ mee. Een groot cadeau waar we allemaal blij mee mogen zijn. Hij geeft Gods zegen mee aan iedereen die dankbaar is voor de sterke verhalen uit de Bijbel. Écht blij met dat doodgewone – en toch zo heilige – kleine stukje Brood uit de Eucharistie. Hij geeft de zegen mee aan iedereen die van harte tegen God durft te zeggen: ‘evcharistó’ – ‘dankjewel’. Amen. Han Hartog, oktober 2022

Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.